Gebaseerd op: Harvard Business Review (juli/augustus 2009)
Leidinggevenden en executives moeten adaptief leiderschap als leiderschapsstijl omarmen. Dit stellen onderzoekers van Cambridge Leadership Associates. Volgens hen bevindt het huidige leiderschap zich in een permanente crisis waaruit het alleen uit kan komen dankzij een radicaal ander managementmodel.
Doordat leidinggevenden hun leiderschap opnieuw moeten uitvinden, maar simultaan de huidige financiële en economische crisis het hoofd moeten bieden, is adaptief leiderschap een complex traject dat een hoge mate van experiment en improvisatie vergt. En dus nieuwe vaardigheden en competenties. Voor adaptief leiderschap is het belangrijk om een groot aanpassingsvermogen te ontwikkelen. Medewerkers moeten dan ook `next practices` aanleren en ontwikkelen. Voorts is het belangrijk dat medewerkers leren leven met imbalans, een staat die net genoeg discomfort genereert waardoor mensen inventief met verandering omgaan. Ten slotte moet leiderschap gegenereerd worden waarbij alle medewerkers in staat worden gesteld leiding te geven aan de experimenten die nodig zijn om de organisatie aan veranderende tijden aan te passen.
Het traject naar adaptief leiderschap kent twee fasen. De eerste fase is de noodfase waarin de neerwaartse trend gestabiliseerd wordt, de tweede fase is de adaptieve.
Middenkader blijkt in deze tijd ( weer) van doorslaggevend belang in een organisatie. Het is mijn ervaring dat middenkaderleden doorgaans zeer goed in staat zijn zich adaptief te gaan gedragen als het hoger management duidelijk genoeg is. Missiegerichtheid, waarbij richting en doel zo duidelijk mogelijk worden neergezet (… een vak apart…), is nodig om mensen/ middenkader de ruimte en rugdekking te geven om te experimenteren. Een voorwaarde om het ‘adaptief vermogen’ te ontwikkelen. En tegelijkertijd: hoe basic; in het jaar van Darwin. ‘ Survival of the fittest’ is niet het overleven van de sterkste maar van die soort die zich het beste weet aan te passen.